Geschreven taal kenmerkt zich door logica en formele structuur, terwijl gesproken taal spontaan en informeel is.
Spraakonderwijs beoogt de communicatieve vaardigheden te verbeteren door zowel de logica van geschreven taal als de spontaniteit van gesproken taal te integreren.
Oefening in schrijven kan de logische denkvaardigheid en uitdrukkingsvaardigheid verbeteren, wat bijdraagt aan effectiever spreken.
Ⅰ Inleiding
In de moderne samenleving wordt het belang van verbale expressie steeds groter. Met name geschreven en gesproken taal, als essentiële communicatiemiddelen, bezitten elk hun eigen unieke kenmerken. Dit maakt het begrijpen en uitleggen van de specifieke doelen van spreekvaardigheidsonderwijs tot een essentieel onderwerp. Een duidelijk begrip van de eigenschappen van geschreven en gesproken taal en hun toepassingen is cruciaal voor het verbeteren van verbale expressie en communicatieve vaardigheden. Daarom wil ik in dit artikel dieper ingaan op de kenmerken van geschreven en gesproken taal, en de specifieke doelen van spreekvaardigheidsonderwijs.
Ⅱ Hoofdgedeelte
1. Geschreven en gesproken taal
1) Geschreven communicatie:
① Kenmerken:
Tijdsvertraging (Delay): Schriftelijke communicatie wordt pas na de voltooiing gelezen, het is dus geen realtime communicatie, maar richt zich op toekomstige lezers.
Formaliteit (Formality): Gepland en gestructureerd, met aandacht voor nauwkeurigheid en duidelijkheid van de taal.
Standaardvorm (Formality): Gebruik van gestandaardiseerde woordenschat en grammatica, waardoor de expressie formeler en gestandaardiseerd is.
Bemiddelende functie (Mediation): Gericht op het overbrengen van informatie via geschreven tekst.
Kenmerken:
② Asynchrone eigenschap: Geen tijds- of geografische beperkingen voor schrijver en lezer; de schrijver kan de tekst na voltooiing nog aanpassen en herzien.
Gestandaardiseerde expressie: Gebruik van grammatica en spelling conform de taalregels.
Logische structuur: De tekst heeft een logische en systematische structuur, ontworpen voor gemakkelijke lezersbegrip.
③ Toepassingen:
Documentatie: Verschillende schrijfvormen zoals brieven, rapporten, essays, e-mails en papers.
Kennisoverdracht: Gebruik om kennis te delen, vaak vereist dit gedetailleerde en systematische uitleg.
2) Gesproken communicatie:
① Kenmerken:
Onmiddellijkheid (Immediacy): Mondelinge communicatie vindt plaats in realtime en verdwijnt na de uiting.
Informeel (Informality): Alledaags en impromptus, met nadruk op levendigheid en natuurlijkheid in plaats van een geplande logica.
Dubbelzinnigheid (Ambiguity): De interpretatie van de taal kan relatief flexibel en dubbelzinnig zijn tussen spreker en luisteraar.
Informeel (Informality): Expressie kan variëren afhankelijk van de context, zonder strikte regels voor woordenschat of grammatica.
② Kenmerken:
Simultaan interactie: Wederzijdse interactie tussen deelnemers vindt gelijktijdig plaats, het verloop van het gesprek wordt in realtime aangepast.
Emotionele expressie: Emoties worden niet alleen via taal uitgedrukt, maar ook door uitspraak, intonatie en lichaamstaal.
Beperkte geheugencapaciteit: Gezien de vluchtigheid van de taal, wordt de nadruk gelegd op beknopte en belangrijke informatie.
Toepassingen:
③ Alledaagse gesprekken: Gebruik in realtime communicatie, zoals alledaagse gesprekken, sociale interactie, vergaderingen en lezingen.
Geschreven en gesproken taal hebben elk hun eigen kenmerken en toepassingen, en vertegenwoordigen verschillende aspecten van taal. Mondelinge communicatie excelleert in realtime interactie en emotionele expressie, terwijl schriftelijke communicatie zich richt op systematische en duidelijke expressie en logische presentatie. Het begrijpen en toepassen van deze verschillen is essentieel voor effectieve communicatie.
2. Specifieke doelen van spreekvaardigheidsonderwijs
1) Geschreven taal:
① Verbetering logisch schrijfvermogen:
Het verbeteren van het vermogen om logische en systematische teksten te schrijven.
Begrijpen van de structuur en de logische flow van een tekst, en leren schrijven zodat de lezer het gemakkelijk begrijpt.
② Vorming van gewoonten in het gebruik van standaardtaal:
Aanmoedigen tot het gebruik van gestandaardiseerde expressie volgens de taalregels, met aandacht voor grammatica en spelling.
Verbetering van de communicatieve kracht en duidelijkheid van de tekst door het gebruik van standaardtaal.
③ Verwerven van expressie die past bij het doel en de lezer:
Verwerven van geschikte expressie voor verschillende doelen en lezersgroepen, en het vermogen om het doel van de tekst duidelijk te bereiken.
Leren om de juiste woordenschat en stijl te gebruiken, afhankelijk van het type tekst en doel.
④ Verbetering van asynchrone communicatievaardigheden:
Verbetering van het vermogen om effectief te communiceren, zelfs wanneer er een tijdsverschil is tussen schrijver en lezer.
Leren hoe je informatie effectief kunt overbrengen rekening houdend met de reactie van de lezer, door middel van revisie en herziening.
2) Gesproken taal:
① Verbetering communicatievaardigheden:
Het verbeteren van het vermogen om effectief te communiceren in verschillende alledaagse situaties.
De nadruk ligt op het duidelijk overbrengen van de boodschap en het begrijpen van de intenties van de luisteraar in een echte gesprekssituatie.
② Verwerven van natuurlijke expressie:
Door middel van alledaagse en spontane expressie, wordt het vermogen versterkt om de taal op een natuurlijke manier te gebruiken en ideeën vrij uit te drukken in bekende situaties.
Leren over de flexibiliteit van de taal en het ontwikkelen van een natuurlijke stroom van taal in alledaagse gesprekken.
③ Verbetering van het vermogen om om te gaan met onduidelijke situaties:
Het vermogen ontwikkelen om om te gaan met dubbelzinnige uitdrukkingen of situaties en effectief te communiceren en te begrijpen.
Leren om verschillende communicatietools en -strategieën te gebruiken om effectief te communiceren.
④ Vorming van gewoonten in het gebruik van taal, afhankelijk van de situatie:
Aanmoedigen tot het leren en beheersen van het gebruik van taal in diverse situaties.
Naast grammaticale beperkingen, wordt de nadruk gelegd op het ontwikkelen van geschikte taalgewoonten voor elke situatie, en het vermogen om de taal aan te passen aan de context.
De specifieke doelen van gesproken en geschreven taalonderwijs zijn specifiek voor elk type taal en richten zich op het ontwikkelen van het vermogen om effectief te communiceren in verschillende situaties.
3. Kenmerken van gesproken taal in het licht van de specifieke doelen van spreekvaardigheidsonderwijs:
1) Verbetering communicatievaardigheden:
① Onmiddellijkheid (Immediacy): Omdat gesproken taal in realtime plaatsvindt, verdwijnt het na de uiting. Leerlingen verbeteren hun vermogen om hun boodschap duidelijk over te brengen en de intenties van de luisteraar snel te begrijpen.
Verwerven van natuurlijke expressie:
② Informeel (Informality): Alledaags en impromptus, met nadruk op levendigheid en natuurlijkheid. Leerlingen leren de natuurlijke en diverse aspecten van taal via alledaagse expressie en ontwikkelen hun vermogen om spontaan te spreken.
Verbetering van het vermogen om om te gaan met onduidelijke situaties:
③ Dubbelzinnigheid (Ambiguity): De interpretatie kan flexibel en dubbelzinnig zijn. Leerlingen verbeteren hun vermogen om effectief te communiceren en te begrijpen, zelfs in onduidelijke situaties.
Vorming van gewoonten in het gebruik van taal, afhankelijk van de situatie:
④ Informeel (Informality): Expressie kan variëren afhankelijk van de context. Leerlingen leren het gebruik van taal in diverse situaties en ontwikkelen hun vermogen om de taal aan te passen aan de context.
Door de nadruk op de kenmerken van gesproken taal, in overeenstemming met de specifieke doelen van spreekvaardigheidsonderwijs, kunnen leerlingen hun vermogen verbeteren om taal effectief te gebruiken en te begrijpen in realistische en diverse communicatiesituaties.
Ⅲ Conclusie
Ik train mijn schrijfvaardigheid om mijn spreekvaardigheid te verbeteren. Veel mensen adviseren het regelmatig oefenen van schrijfvaardigheid, vanwege de nadruk op logica en structuur, om meer gestructureerd te leren spreken. Ik heb echter in mijn jeugd weinig aandacht besteed aan schrijfvaardigheidsoefeningen zoals dagboeken schrijven. Daardoor vind ik schrijven moeilijker. Mijn vermogen om van tevoren mijn gedachten te ordenen en te spreken is beperkt, waardoor het moeilijk is om tijdens een gesprek relevante onderwerpen te vinden en uit te drukken.
Om deze zwaktes te overwinnen ben ik begonnen met meer schrijven en oefenen met spreken na voorafgaande voorbereiding. Ik merk dat mijn schrijfvaardigheid is verbeterd en mijn spreekvaardigheid ook geleidelijk beter wordt.